Hoofdmenu:
Wat zijn de concepten van God in het huidige overgrote deel van het Christendom?
Laten kijken wat het algemeen beeld over Jezus vzmh is binnen het Christendom:
1. Jezus vzmh is de geïncarneerde (mens) God op aarde;
2. Jezus vzmh is de letterlijke zoon van God;
3. Jezus vzmh is onderdeel van een 3-eenheid (de Vader, de Zoon en de Heilige geest).
Deze bovenstaande concepten zullen we doornemen op basis van de Bijbel, wetenschap en logica.
In het hoofdstuk 'God bestaat - De eigenschappen van de Absolute Autoriteit', hebben we gezien wat de eigenschappen zijn van de Absolute Autoriteit - God. We zullen deze kenmerken toetsen of deze eigenschappen toepasbaar zijn op Jezus vzmh.
1. De Absolute Autoriteit kan niet onder tijd vallen, omdat Hij zelf tijd, ruimte en materie heeft gecreëerd wat in bestaan kwamen na de Big Bang. De Absolute Autoriteit moet dus ook immaterieel zijn (niet van materie gemaakt), aangezien de Absolute Autoriteit de oorzaak is van het ontstaan van materie en de oorzaak kan niet in het gevolg zitten.
Als we kijken naar Jezus vzmh zien we dat hij wel onder tijd, ruimte en materie viel. Hij was namelijk geboren op enig moment en werd ouder (tijd), liep rond in de stad en op aarde (ruimte) en was van vlees en bloed (materie). We zien dat Jezus vzmh op dit punt faalt om in aanmerking te komen voor God. Laten we ook een aantal relevante Bijbelse verzen erbij nemen.
Johannes 12:23 Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Het uur is gekomen dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt.
Lucas 2:6 En toen zij daar waren, kwam de tijd, dat zij baren moest;
Lucas 2:7 en zij baarde haren eersten zoon (tijd = baren /geboorte / beginpunt + materie = zoon), en wond hem in windsels, en legde hem in ene krib; omdat er voor hen geen plaats was in de herberg (ruimte).
2. De Absolute Autoriteit moet geen oorzaak hebben, maar zelf de oorzaak zelf zijn.
Jezus vzmh was zelf niet de oorzaak, maar een gevolg. Hij was er niet aan het begin, maar had zelf een begin bij zijn geboorte en een eind bij zijn dood (bij de kruisinging volgens de Christelijke leer). In de Bijbel werd hij gestuurd als Boodschapper om een boodschap van de Allerhoogste Macht (God) over te brengen. Logischerwijs kon hij dus zelf niet de Allerhoogste Macht zijn. We zien de Bijbel het volgende staan:
Lucas 2:7 en zij baarde haren eersten zoon (geboorte / beginpunt = een gevolg), en wond hem in windsels, en legde hem in ene krib; omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
3. De Absolute Autoriteit moet een persoonlijke toezichthouder zijn en een persoonlijkheid hebben. We hebben gezien dat De Absolute Autoriteit eeuwig is en geen begin en geen eind heeft (tijd bestond niet). Maar Hij creëerde wel het uiteindelijke effect, namelijk het gehele universum. De enige manier dat deze Absolute Autoriteit dit kon doen is om ervoor te kiezen om het uiteindelijke effect (het universum) te doen ontstaan. Keuzes kunnen maken betekent dat er een Wil is om iets te doen. En als iets een Wil heeft, betekent het dat het een persoonlijkheid heeft.
Jezus vzmh had wel een persoonlijkheid, maar hield Jezus vzmh ook persoonlijk toezicht over alles en iedereen? Nee, er is geen bewijs hiervoor aan te halen uit de Bijbel. Gezien het feit dat hij tijd en plaatsgebonden was kon hij nooit toezicht over alles en iedereen houden. Als hij vzmh overzicht over alles en iedereen had, zou hij logischerwijs ook kennis moeten hebben gehad over de toekomst, alles wat in het Universum plaatsvond en zal vinden. We hebben gezien dat Jezus vzmh duidelijk heeft gezegd geen kennis te hebben van het uur.
Mattheus 24:36 “Maar wanneer, op welke dag en welk uur, deze dingen zullen gebeuren… dat weet niemand. De engelen niet. Zelfs ik niet. Dat weet alleen de Vader.”
Laten we nu een analyse maken op basis van de Bijbel en kijken of Jezus vzmh in aanmerking komt voor HET ZIJN VAN GOD – DE ABSOLUTE AUTORITEIT.
Op basis van de besproken eigenschappen van God (punten 1 t/m 4), zoals weergegeven, valt Jezus vzmh af om de Absolute Autoriteit te zijn.
We zullen de volgende belangrijke punten aanhalen en bespreken:
Kan God incarneren in een mens?
Eigenschappen van God:
Wat zegt de Bijbel over God en Zijn eigenschappen?
Een aantal verzen, welke als argument wordt gebruikt om aan te tonen dat Jezus vzmh God was of een onderdeel van God, besproken:
Ik en de Vader zijn één
Wie mij ziet, ziet den Vader
...de heerlijkheid, die ik bij U had, eer de wereld was
Voorwaar ik zeg u: Eer Abraham was, ben ik
Het argument van de Hoofdletter
Het argument van de wonderen
Kan God incarneren in een mens?
Stel dat God zou kunnen incarneren in een mens, dan dienen we te weten dat God op dat moment ophoudt te bestaan als God en dus volledig mens is geworden. Dit dient een toelichting.
We dienen ten eerste een aantal eigenschappen van God erbij te nemen. De meest bekende eigenschappen van God zijn: De Alwetende, De Almachtige, De Eeuwige zonder begin en zonder eind, De Zichzelf bestaande.
Nu dienen we te kijken wat een aantal eigenschappen van de mens zijn. De mens is bijvoorbeeld niet Almachtig en niet alwetend. De mens wordt geboren en sterft en heeft dus WEL een begin en een eind en is dus niet Zelf bestaand.
Als God incarneert in Jezus vzmh als mens, dan houdt God op te bestaan als God. God houdt op te bestaan als de allerhoogste goddelijke en bestaat als MENS in Jezus.
Een God kan dus NIET God en Mens tegelijkertijd zijn. De eigenschappen zijn niet hetzelfde. We kunnen ook niet zeggen dat iemand lang en kort tegelijkertijd zijn. We kunnen bijvoorbeeld ook niet zeggen dat iemand dik en dun tegelijkertijd kan zijn. Zo kan God niet tegelijkertijd God en mens zijn. Het is dus een onmogelijkheid.
Eigenschappen van God:
Om te analyseren of Jezus vzmh God is/was of de incarnatie van God is dienen we ten eerste duidelijk te krijgen wie God is en wat de eigenschappen van God zijn. Als we dit helder hebben dan zullen we toetsen of deze eigenschappen toepasbaar zijn op Jezus vzmh. We dienen duidelijk te stellen dat als enkel al maar één van de eigenschappen niet toepasbaar kan worden geacht op Jezus vzmh, dan valt hij direct af om als God bestempeld te worden.
Een aantal eigenschappen van God die we zullen spreken zijn: Almachtige, Alwetende, Onafhankelijke.
ALMACHTIGE:
Wat betekent de term Almachtig? Almachtig betekent macht hebben over alles en iedereen.
Er is niemand die meer macht heeft dan de Almachtige. Dus als God de Almachtige wordt genoemd, is er niemand die Zijn macht kan overtreffen. Als iemand zijn macht overtreft, dan is degene die wordt overtroffen niet de Almachtige.
Dus nogmaals: er is niemand die Zijn macht kan overtreffen; er kan dus enkel maar 1 de Almachtige zijn.
Het woordenboek zegt:
1. almachtig
al` mach - tig bijvoeglijk naamwoord en bijwoord alle macht hebbend; de Almachtige wezensaspect toegedacht aan God
almachtig
[bijvoeglijk naamwoord]• met macht over alles en iedereen.
We zullen een analyse maken op basis van Bijbelse verzen of Jezus vzmh Almachtig was.
Als we kijken naar Johannes 5 vers 30 zien we het volgende staan:
Johannes 5:30 Ik kan van mijzelven NIETS doen. Gelijk ik hoor, zo oordeel ik, en mijn oordeel is recht, want ik zoek NIET MIJNEN WIL, maar DEN WIL des VADERS, die mij gezonden heeft.
Jezus vzmh zegt hier duidelijk: ik kan NIETS van mijzelf doen. Iemand die niets van zichzelf kan doen, is afhankelijk van een ander en iemand die afhankelijk is van een ander, is NIET Almachtig.
Als we verder kijken naar Johannes 14:28 kunnen we lezen dat Jezus vzmh aangeeft dat de Vader (God) groter is dan hij (Jezus).
Johannes 14:28 Gij hebt gehoord, dat ik tot u gezegd heb: Ik ga heen en kom weder tot u.
Hadt gij mij lief, zo zoudt gij u verblijden, omdat ik gezegd heb: Ik ga tot den Vader; want de Vader is GROTER dan IK.
Als iemand toegeeft dat een ander groter is dan hijzelf, betekent dit dat hij toegeeft dat hijzelf NIET de Almachtige is. Als de ander maar iets groter is, in welk opzicht dan ook, dan is
degene met wie deze wordt vergeleken niet Almachtig.
Mattheüs 26:39 En hij ging een weinig voort, en viel op zijn aangezicht neder, en bad, zeggende: Mijn Vader, is het mogelijk, laat deze kelk van mij voorbijgaan; doch niet gelijk ik wil, maar gelijk Gij wilt.
Mattheüs 27:46 En omtrent de negende ure riep Jezus met ene luide stem, zeggende: Elí, Elí, lama sabachtani! dat is: mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?
Als iemand vraagt om hulp is deze AFHANKELIJK van een ander en is deze persoon dus NIET Almachtig. De almachtige is namelijk ook ONAFHANKELIJK van alles en iedereen.
ALWETEND
Wat betekent de term de Alwetend? Wie zien in het woordenboek het volgende staan:
Alwetend
1) Van niets, maar dan ook niets onkundig
Laten we ook hier weer analyseren of Jezus vzmh in aanmerking komt voor deze eigenschap:
Mattheüs 24:35 Hemel en aarde zullen vergaan, maar mijne woorden zullen niet vergaan.
Mattheüs 24:36 Doch van dien dag en van die ure weet niemand, zelfs de Engelen in den hemel niet, dan mijn Vader alleen.
Marcus 13:32 Maar van dien dag en die ure weet niemand, zelfs de Engelen in den hemel niet, ook de Zoon niet, maar alleen de Vader.
Ook voor de eigenschap Alwetend komt Jezus vzmh dus niet in aanmerking.
ONAFHANKELIJK
Wat betekent de term de onafhankelijk? Wie zien in het woordenboek het volgende staan:
on·af·han·ke·lijk bn, bw 1 vrij, zelfstandig 2 door niets bepaald of geregeld.
Iemand die onafhankelijk is heeft geen behoefte aan een ander en heeft geen hulp nodig van een ander. Had Jezus vzmh hulp nodig en vroeg hij om hulp?
Lucas 6:12 En het geschiedde op dien tijd, dat hij ging op een berg om te bidden; en hij bleef den nacht over in HET GEBED TOT GOD.
Mattheüs 26:39 En hij ging een weinig voort, en viel op zijn aangezicht neder, en BAD, zeggende: Mijn Vader, is het mogelijk, laat deze kelk van mij voorbijgaan; doch niet gelijk ik wil, MAAR GELIJK GIJ WILT.
Hebreeën 5:7 En hij heeft in de dagen zijns vleses GEBEDEN en SMEEKINGEN met een sterk geroep en tranen geofferd aan den gene, die hem uit den dood kon UITHELPEN, en is ook verhoord, omdat HIJ GOD in ERE HIELD.
We zien hier duidelijk dat Jezus vzmh bad tot God en om hulp vroeg in verschillende situaties. Ook op basis van dit Goddelijk eigenschap (onafhankelijkheid) valt Jezus af om in aanmerking te komen als God.
Dit is maar een kleine selectie van voorbeelden die uit de Bijbel zijn gehaald om de 3 genoemde eigenschappen te toetsen.
WAT ZEGT DE BIJBEL OVER GOD EN ZIJN EIGENSCHAPPEN?
Johannes 4:24 God is Geest, en wie hem aanbidden, moeten hem in Geest en in waarheid aanbidden.
God is Geest – dat wilt zeggen: God is niet beperkt. Een lichaam is beperkt, gebonden aan plaats en tijd. Wij als mens kunnen maar op één plaats tegelijk zijn. Maar God is Geest. God is onbeperkt door tijd en ruimte. Hij overstijgt al het menselijke.
Was Jezus vzmh Geest? Nee, want hij was gebonden aan een lichaam, aan tijd en aan plaats.
Hij werd geboren, mensen konden hem zien en voelen. Hij was dus fysiek aanwezig en viel dus onder de natuurwetten.
Als we gaan kijken wat Exodus ons verteld over God zien we het volgende staan:
Exodus 20:3 Gij zult geen andere goden nevens Mij hebben.
Exodus 20:4 Gij zult u geen beeld NOCH ENIGE GELIJKENIS maken, NOCH VAN hetgeen boven in den HEMEL, noch van hetgeen beneden op de AARDE, noch van hetgeen in het WATER ONDER de AARDE is.
GOD IS GEEN MAN NOCH EENS MENSEN KIND:
Numeri 23:19 God is GEEN MAN, dat Hij liegen zou, noch eens MENSEN kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken, en niet bestendig maken?
Wat zegt de Bijbel over Jezus vzmh?:
MENS:
Handelingen 2:22 Gij mannen van Israël, hoort deze woorden: Jezus van Nazaret, een MAN, AAN WIEN GOD onder u getuigenis HEEFT GEGEVEN door daden en wonderen en
tekenen, DIE GOD DOOR HEM GEDAAN HEEFT in het midden van u, gelijk gij ook zelve weet:
Johannes 8:40 maar nu zoekt gij mij te doden, een MENS, die u de waarheid gezegd heb, welke ik van God gehoord heb; dit heeft Abraham niet gedaan.
1 Timotheüs 5 Want er is één God, en één middelaar tussen God en de mensen, namelijk de MENS Christus Jezus,
Mattheüs 12:40 Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in den buik van den groten vis geweest is, zo zal des MENSEN Zoon drie dagen en drie nachten in het hart der aarde zijn.
Mattheüs 16:27 Want het zal immers geschieden, dat des MENSEN Zoon zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders met zijne Engelen, en alsdan zal hij een ieder vergelden naar zijne
werken.
Johannes 5:27 en heeft hem macht gegeven zelf het oordeel te houden, omdat hij des MENSEN Zoon is.
We zien hier een duidelijke vers die zegt GOD IS GEEN MAN NOCH EEN MENSEN KIND.
De verzen daarna laten duidelijk zien dat Jezus vzmh een MAN was en een MENSEN ZOON.
Jezus vzmh was een MENS en hij wordt wel 72x Mensenzoon genoemd in de Bijbel.
EEN AANTAL ANDERE VERZEN VERKLAARD
Jezus vzmh, is God, dat wordt beweerd door degenen die de Christelijke geloofsovertuiging aanhangen. Om dit te bewijzen worden verscheidene verzen aangehaald. We zullen de meest aangehaalde verzen stuk voor stuk bespreken en kijken of de interpretatie van deze verzen kloppen of niet, met de aangehaalde eigenschappen van God.
IK EN DE VADER ZIJN 1
Johannes 10:30 Ik en de Vader zijn één.
Dit is één van het meest aangehaalde verzen om aan te tonen dat Jezus hetzelfde is als God, hij God is of een onderdeel van God bestaande uit een drie-eenheid. Wat ziet men bij dit vers over het hoofd?
De context
Hoe is deze zin tot stand gekomen en waarom is deze zin uitgesproken. Om de context te begrijpen dienen we een aantal verzen terug te gaan.
We beginnen te lezen vanaf Johannes 10:25
Johannes 10:25 Jezus antwoordde hun: Ik heb het u gezegd en gij gelooft het niet. De werken, die ik doe in mijns Vaders naam, die getuigen van mij;
Dus alles wat Jezus vzmh doet in de Vaders naam die getuigen van hem. (Dit is het antwoord op de vraag gesteld in vers 24 door de Joden; Indien gij de Christus zijt zo zeg het ons vrijuit).
Johannes 10:26 maar gij gelooft niet, want gij zijt NIET van mijne schapen, gelijk ik u gezegd heb.
Johannes 10:27 Mijne schapen horen mijne stem, en ik ken ze, en zij VOLGEN MIJ,
Johannes 10:28 en ik geef hun het eeuwige leven, en zij zullen nimmermeer verloren gaan en NIEMAND ZAL ZE UIT MIJN HAND RUKKEN.
Johannes 10:29 Mijn Vader, die ze MIJ GEGEVEN heeft, is groter dan allen en niemand kan ze uit MIJNS VADERS HAND RUKKEN.
Johannes 10:30 Ik en de Vader zijn één.
Niemand kan de volgelingen van Jezus vzmh, uit zijn hand rukken, want hij heeft ze van de Vader gekregen. En niemand kan ze uit de handen van zijn Vader rukken want Hij is groter dan allen. Dus wat God bepaald kan niemand tegenwerken. Vervolgens zegt Jezus vzmh; Ik en de Vader zijn één.
De vraag luid nu: Waarin zijn zij 1? Zie Johannes 25, namelijk in de boodschap en de werken die teneinde van deze boodschap ligt.
Met betrekking tot de schapen die in vers 29 worden bedoeld, kunnen we ook Johannes 17:6-8 lezen om alles goed te snappen, voor degenen die het nog niet helemaal zien:
Johannes 17:6 Ik heb Uw NAAM geopenbaard DEN MENSEN, die Gij Mij uit de wereld GEGEVEN hebt. Zij waren Uw, en Gij hebt Mij dezelve GEGEVEN; en zij
hebben UW WOORD bewaard.
Johannes 17:7 Nu HEBBEN zij BEKEND, dat ALLES, wat Gij MIJ GEGEVEN HEBT, van U IS.
Johannes 17:8 Want de WOORDEN, die Gij Mij GEGEVEN hebt, heb Ik HUN GEGEVEN, en zij hebben ze ONTVANGEN, en zij hebben waarlijk bekend, dat IK van U UITGEGAAN ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij GEZONDEN hebt.
Bovenstaande verzen bevestigen de bovenstaande conclusie. Lees het nog maar eens door. We zien dus dat Jezus vzmh is gezonden om een boodschap over te brengen aan zijn volk.
Iemand die wordt gezonden om een boodschap over te brengen, wordt ook wel boodschapper genoemd. En als de boodschap afkomstig is van God, ben je Gods boodschapper. Ook wel profeet genoemd.
De Dikke van Dale zegt:
pro·feet de profeet (mannelijk), de profeten; afleiding(en): profetes
Iemand die een boodschap die hij van een godheid vernomen heeft, in het openbaar
verkondigt.
Voor de Christenen die in de 3 eenheid geloven:
Johannes 10:30 Ik en de Vader zijn één.
1 in wat? In entiteit? Dat is hier onmogelijk, aangezien Jezus vzmh een mens was en God geen mens is. Dus het moet iets anders zijn.
Mijn vader en ik zijn 1: De vader is niet de zoon, en de zoon is niet de vader. Dit is wat de leer van de 3 eenheid zegt. Dus het kan niet letterlijk zijn, dus waarin zijn ze 1?. Een verduidelijking met Johannes 17:1-3
Johannes 17:1-3
1 Dit sprak Jezus, en hief zijne ogen op naar den hemel, en zeide: VADER, de ure is gekomen: verheerlijk uwen Zoon, opdat uw Zoon U ook verheerlijke
2 gelijk GIJ (=VADER) hem macht gegeven hebt over alle vlees, opdat hij het eeuwige leven geve aan allen, die GIJ (= VADER) hem gegeven hebt.
3 Dit is het eeuwige leven dat zij U (= VADER) kennen, den enigen, waarachtigen God (= VADER), EN hem dien GIJ (= VADER = DEN ENIGE WAARACHTIGE GOD) gezonden hebt, Jezus Christus.
Deze verzen zijn erg duidelijk. Er wordt duidelijk verwezen naar de VADER ALS DEN ENIGE WAARACHIGE GOD en Jezus vzmh valt hier niet onder zoals je kunt lezen.
Verder zegt profeet Jezus vzmh ook ‘Mijn vader is Groter als ik’.
Dus 1 in wat? In leerstelling, precies. Als boodschapper van God dient je de leerstelling van God over te brengen, daarin zijn ze 1. Jezus vzmh was de weg naar de Vader, zoals elke profeet dat was/is voor zijn volk.
WIE MIJ ZIET, ZIET DEN VADER
Johannes 14:9 Jezus zeide tot hem: Zolang ben ik bij ulieden, en gij kent mij niet, Filippus? Wie mij ziet, ziet den Vader; hoe zegt gij dan: Toon ons den Vader?
Wederom hierbij hetzelfde argument, namelijk wat is de context?
We beginnen te lezen bij vers 2:
Johannes 14:2 In mijns Vaders huis zijn vele woningen. Indien het niet zo was, dan zou ik het u zeggen; ik ga heen, om U PLAATS TE BEREIDEN.
Johannes 14:3 En als ik heengegaan ben, en u plaats bereid heb, zal ik wederkomen en u tot mij nemen, opdat gij zijn moogt waar ik ben.
Johannes 14:4 En waar ik heenga weet gij, en den WEG WEET GIJ OOK.
Johannes 14:5 Thomas zeide tot hem: Heer, wij WETEN NIET waar gij HEENGAAT, en hoe kunnen wij den WEG weten?
Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik BEN de WEG, en de waarheid, en het leven; NIEMAND KOMT TOT DEN VADER DAN DOOR MIJ.
Johannes 14:7 Ware het, dat gijlieden mij kendet, zo kendet gij ook mijnen Vader; en van nu af kent gij hem en hebt hem gezien.
Johannes 14:8 Filippus zeide tot hem: Heer, toon ons den Vader, en wij zijn voldaan.
Johannes 14:9 Jezus zeide tot hem: Zolang ben ik bij ulieden, en gij kent mij niet, Filippus? Wie mij ziet, ziet den Vader; hoe zegt gij dan: Toon ons den Vader?
Dus in het kort samengevat. Jezus gaat de plek voorbereiden in de Hemel voor zijn oprechte en echte volgelingen, tijdens zijn wederkomst zal hij zijn echte volgelingen meenemen. Hij zegt dat zijn volgelingen de WEG kennen waar Jezus naar toe gaat. De WEG waar naartoe? Naar het huis van den Vader (zie vers 2).
Hierop zegt Thomas, wij weten NIET waar je naar toegaat en kennen dus ook de WEG niet. Waarop Jezus zegt: ‘Ik BEN de WEG, en de waarheid, en het leven; NIEMAND KOMT TOT DEN VADER DAN DOOR MIJ’. De verzen gaan door 7 Ware het, dat gijlieden MIJ KENDET, ZO KENDET gij ook MIJNEN Vader; en van nu af kent gij hem en hebt hem gezien.
Johannes 14:8 Filippus zeide tot hem: Heer, TOON ons den Vader, en wij zijn voldaan.
Johannes 14:9 Jezus zeide tot hem: Zolang ben ik bij ulieden, en gij KENT MIJ niet, Filippus? Wie mij ziet, ziet den Vader; hoe zegt gij dan: Toon ons den Vader?
Als je Jezus kent en zijn weg bewandelt die hij heeft laten zien, zal je paradijs bereiken. En zijn weg is de weg die God hem heeft gewezen, dus niemand komt tot God dan door Jezus. Hij is dus nu de gids op aarde voor zijn mensen. Dus als je Jezus kent dan ken je God ook, omdat God zijn boodschap en de weg duidelijk heeft gemaakt aan Jezus.
Jezus laat zijn volgelingen deze weg zien. Hij getuigt dus van God via zijn werken die hij doet in opdracht van God (ZIE OOK JOHANNES 17:6-8).
De conclusie is dus: Wie mij ziet, ziet den Vader.
Ik BEN de WEG, en de waarheid, en het leven; NIEMAND KOMT TOT DEN VADER DAN DOOR MIJ. Het volgende verzen bevestigt dit ook:
Johannes 17:4 Ik heb U verheerlijkt op de aarde, en voleindigd het werk, dat Gij mij gegeven hebt om te doen.
Ook voor de Christenen die in de 3 eenheid geloven geldt het voorgaande argument zoals besproken bij Johannes 10:30 (De vader is niet de zoon, en de zoon is niet de vader).
JEZUS WAS BIJ DE VADER EER DE WERELD ER WAS
Johannes 17:5 En nu, Vader, verheerlijk mij bij Uzelven met de heerlijkheid, die ik bij U had, eer de wereld was.
Op basis van dit vers wordt er beweerd dat Jezus vzmh al bestond in het bijzijn van de vader zoals in bovenstaand vers wordt weergegeven. Echter, waarom zou God, Jezus vzmh niet
kunnen verheerlijken zonder dat Jezus vzmh letterlijk bij hem aanwezig was?
Heerlijkheid betekent: eer, reputatie, het prijzen van. God wist al en had reeds voorbeschikt dat Jezus zou komen. Vandaar dat de HEERLIJKHEID van God voor Jezus daar al aanwezig was bij God (zie Johannes 17:24 / zie hieronder). God wist dat hij gezonden zou worden tot de mensheid als boodschapper van God. Hij werd ook al verwacht onder de mensen en had toen ook al HEERLIJKHEID (lees eerbied, respect) onder de mensen die hem verwachtten. Laten we de volgende verzen eens bekijken die de term HEERLIJKHEID verduidelijken:
Johannes 17:24 Vader, ik wil, dat waar ik ben, ook diegenen bij mij zijn, die Gij mij gegeven hebt, opdat zij mijne heerlijkheid zien, die Gij mij gegeven hebt; want Gij hebt mij liefgehad, eer de grond der wereld gelegd was.
Johannes 8:54 Jezus antwoordde: Indien ik mijzelven eer, zo is mijne eer niets; maar mijn Vader is het, die mij eert, van wien gij zegt, dat HIJ uw GOD is,
Elke profeet heeft EER en RESPECT in de ogen van God. God weet wie en hoe ze zijn en wat hun taak is. Een gerespecteerde taak, namelijk het woord van God verkondigen. Dit geeft dus niet de goddelijkheid van Jezus aan.
De uitspraak ‘EER DE WERELD ER WAS’ geldt ook voor de uitverkorenen apostelen:
Efeziërs 1:4 gelijk Hij ONS verkoren heeft in hem, EER DE GROND DER WERELD GELEGD WAS, opdat wij heilig en onberispelijk voor Hem zouden zijn in liefde;
Het is namelijk figuurlijk, niet letterlijk. Hij was een waarachtige profeet die getuigd van God en verkondigt Zijn boodschap aan de mens.
Wie mij ziet, ziet den Vader, (Jezus is een afgezant/vertegenwoordiger/boodschapper van God, wie hem ziet, ziet den Vader qua boodschap). Mijn Vader en ik zijn 1 (Mijn Vader en ik zijn 1 in de Boodschap).
Johannes 8:58 Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar ik zeg u: Eer Abraham was, ben ik.
Griekse beschikbare brontekst:
Johannes 8:58 εἶπεν αὐτοῖς Ἰησοῦς ἀμὴν ἀμὴν λέγω ὑμῖν πρὶν Ἀβραὰμ γενέσθαι ἐγὼ εἰμί
Johannes 8:58 Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar ik zeg u: Eer Abraham was, ben ik.
Dit is een veel gebruikte argument om aan te tonen dat Jezus vzmh God was aangezien God dezelfde bewoording zou hebben gebruikt in Exodus 3:14. Laten we eerst kijken waar men op doelt als het argument Ego Eimi wordt aangehaald. Men beweert dat Ego Eimi een term/uitspraak is waarmee Jezus Zich gelijkstelde aan God. De relatie wordt getrokken met Exodus 3:14 Ehyeh asher Ehyeh = Ik ben de God = I am the Being
In het Grieks:
Exodus 3:14 καὶ εἶπεν ὁ θεὸς πρὸς Μωυσῆν ἐγώ εἰμι ὁ ὤν καὶ εἶπεν οὕτως ἐρεῖς τοῖς υἱοῖς Ισραηλ ὁ ὢν ἀπέσταλκέν με πρὸς ὑμᾶς
ἐγώ εἰμι ὁ ὤν = "die is" in Greek is"ο ων" (ofwel; de God / de zelfbestaande).
Referentie:
http://www.ellopos.net/elpenor/greek-texts/septuagint/chapter.asp?book=2&page=3
Een gedetailleerde analyse is hier op zijn plaats. Een aantal zaken dienen duidelijk gemaakt te worden.
PUNT I Dit vers wordt gebruikt door de personen die in de 3 eenheid geloven (de Vader, de zoon en de heilige geest zijn 1, maar niet elkaar). Echter, wat zeggen ze nu eigenlijk door Johannes 8:58 aan te halen in relatie tot Exodus 3:14? Ze zeggen eigenlijk dat Jezus vzmh zich GELIJK stelde aan DE God = de Vader ([b]ὁ ὤν[/b / de zelfbestaande]).
Hiermee bewijzen ze NIET 3 eenheid, maar creëren eerder een contradictie met hun eigen ‘formule’.
Als Jezus vzmh zou beweren dat hij God is door Ego Eime te zeggen in Johannes 8:58 in relatie tot Exodus 3:14 zou hij beweren te zeggen:
De zoon is gelijk aan de Vader (de zoon = de Vader)! En dit is niet wat de 3 eenheid leert! De 3 eenheid leert dat ze niet gelijk aan elkaar zijn en ook niet elkaar zijn. De zoon is NIET de vader en de vader is NIET de zoon! De VADER zegt namelijk IK BEN DE GOD in Exodus, en niet de zoon. En nogmaals, de Vader is niet de zoon.
De Bijbel zegt ook: De Vader is groter dan ik.
Johannes 14:28 Gij hebt gehoord dat ik tot U heb gezegd: Ik ga heen en Ik kom tot u [terug]. Indien gij liefhadt, zoudt gij u verheugen dat Ik heenga naar de Vader, want de Vader is groter dan Ik.
Dus als Jezus vzmh Exodus 3:14 aan het quoten was in het Grieks zou hij niet hebben gezegd Ego E imi, maar eerder Ego Eimi ho On, maar dat heeft hij niet gezegd.
PUNT II
Laten we nu kijken naar Johannes 9:9
Johannes 9:9 Sommigen zeiden: Hij is het; en anderen: Hij gelijkt op hem. Maar hij zelf zeide:IK BEN (het).
In het Grieks:
Johannes 9:9 ἄλλοι ἔλεγον ὅτι οὗτός ἐστιν ἄλλοι ἔλεγον οὐχί ἀλλὰ ὅμοιος αὐτῷ ἐστιν ἐκεῖνος ἔλεγεν ὅτι ἐγώ εἰμι
Dezelfde woorden Ego Eimi = IK BEN. Was de blinde man ook GOD?! Nee, natuurlijk niet. Hier wordt er manipulatief het woordje HET erachter toegevoegd, terwijl er gewoon staat Ego Eimi. Waarom deze manipulatie in de vertaling? Als we ook kijken naar Mattheüs 26:22
Mattheüs 26:22 En zij, zeer bedroefd geworden zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben ik (het), Heere?
In het Grieks:
Mattheüs 26:22 καὶ λυπούμενοι σφόδρα ἤρξαντο λέγειν αὐτῷ εἷς ἕκαστος μήτι ἐγώ εἰμι κύριε (= HEER).
Ook hier zien we dezelfde woorden Ego Eimi gebruikt worden en het wordt manipulatief op een ander manier vertaald met het woordje HET erachter geplakt!!!
Zo zijn er meerdere verzen die Ego Eimi als bewoording gebruiken:
Johannes 6:20 / 8:24 / 8:28 / 9:9 / 13: 9 / 18:5 / 18:6 / 18:8
Dus wat zegt de uitspraak van Jezus vzmh in betekenis en woordgebruik Ego Eimi over zijn Goddelijkheid? Niets!
HET ARGUMENT VAN DE WONDEREN
Een veelvuldig argument wat wordt gebruikt om aan te tonen dat Jezus vzmh God was, is de vele wonderen Jezus vzmh die hij verrichtte. Om dit onderwerp te doorlopen is het van belang dat we beginnen met het volgende vers:
Handelingen 2:22 Gij mannen van Israël, hoort deze woorden: Jezus van Nazaret, een MAN, AAN WIEN GOD onder u getuigenis HEEFT GEGEVEN door daden en wonderen en tekenen,
DIE GOD DOOR HEM GEDAAN HEEFT in het midden van u, gelijk gij ook zelve weet:
We zien hier dat God hier de leidende kracht is van de wonderen die door Jezus vzmh werd verricht. Dan nog, laten we kijken of Jezus vzmh zo uniek was in de wonderen dat hij tot God
bestempeld kon worden.
Het wekken van de doden:
Jezus vzmh kon de doden tot leven verwekken. Konden anderen dat ook?
1 Koningen 17:21-22 "Daarop strekte hij (Elia) zich drie keren over den knaap uit, en riep tot den Heer: Heere God moge de ziel van dezen knaap in hem wederkeren! En de Heer verhoorde Elia: de ziel van den knaap keerde in hem terug, en hij herleefde."
2 Koningen 4:32-37 "Elisa kwam het huis binnen, en daar was de dode knaap op zijn bed neergelegd. Hij ging de kamer binnen, sloot de deur achter hun beiden en bad tot den Heer. Daarna ging hij boven op het kind liggen: hij legde zijn mond op den zijnen, zijn ogen op de zijne, zijn handen op de zijne; zo kromde hij zich over hem heen, totdat het vlees van het kind warm werd. Daarna kwam hij er af, ging door het huis eenmaal op en neder, klom op en kromde zich over hem heen. Toen niesde de knaap zevenmaal achtereen en deed zijn ogen open. Nu riep hij Gehazi en zeide: Roep de Sjunammietische. Deze riep haar, zij kwam tot hem, en hij zeide: Neem uw zoon op. Toen kwam zij binnen, viel aan zijn voeten en wierp zich ter aarde; daarna nam zij haar zoon op en ging heen."
Laten we kijken naar de vergane botten va Elisa:
2 Koningen 13:21 En het gebeurde, toen zij een man begroeven, dat zij krijgslieden zagen, en zij wierpen den man in het graf van Elisa; en toen hij daarin kwam en het gebeente van Elisa aanraakte, werd hij levend en verrees op zijne voeten.
En Mozes vzmh liet het plantenrijk overgaan naar het dierenrijk (een groot wonder). Exodus 7:10 Toen gingen Mozes en Aäron heen tot Farao, en deden gelijk de Heer hun geboden had; en Aäron wierp zijnen staf neder voor Farao en voor zijne dienaren, en hij werd ene slang.
Het splijten van de zee:
Exodus 14:21 Toen hield Mozes zijn arm boven de zee, en de HEER liet de zee terugwijken door gedurende de hele nacht een krachtige oostenwind te laten waaien. Hij veranderde de zee in droog land. Het water spleet,
Exodus 14:22 en zo konden de Israëlieten dwars door de zee gaan, over droog land; rechts en links van hen rees het water op als een muur.
Nog meer wonderen:
2 Koningen 6:17 En Elisa bad en sprak: Heer, open hem toch de ogen, opdat hij zie. Toen opende de Heer den knecht de ogen, dat hij zag; en zie, toen was de berg vol vurige paarden en wagens rondom Elisa.
Genezen van de zieken:
2 Koningen 5:11 Toen werd Naäman toornig en trok weg, en sprak: Ik meende, dat hij tot mij zou uitkomen, en toetreden, en den naam van den Heer, zijnen God, aanroepen, en met zijne handen over de plaats strijken, en de melaatsheid alzo verdrijven.
Zelfs de discipelen van Jezus vzmh werd opdracth gegeven om wonderen te verrichten:
Mattheüs 10:5 Deze twaalf zond Jezus uit, en gebood hun en zeide: Gaat niet op den weg der heidenen, en trekt niet in de steden der Samaritanen;
Mattheüs 10:8 Maakt de kranken gezond, reinigt de melaatsen, wekt de doden op, drijft de duivelen uit. Gij hebt het om niet ontvangen, geeft het ook om niet.
Zo zijn er nog menige wonderen te vinden in de Bijbel.
CONCLUSIE: Jezus vzmh was dus niet uniek in het verrichten van wonderen. Om hem dus tot God te benoemen op basis van dit argument is dus niet correct.
Terug naar boven...